Het was donker en ik had zin in een verzetje. In de verte klonk gedempte muziek. De bas gaf een aangenaam gevoel in de buik. Onwillekeurig moest ik nog eens denken aan die blonde dame van gisteren in de tram naar het museum. Had ik haar maar na de inbraak ontmoet in plaats van ervoor. Dan had ik haar verrast met een mooi juweel en dan was ik vast ook niet zo stom geweest om mijn pet te laten liggen. Ik lees nog eens het artikel in de Telegraaf over de vent die op mij leek en 3 maanden vast had gezeten. Omdat zijn schoonouders hem meenden te herkennen in het televsie programma “opsporing verzocht”. Wat kan het leven toch mooi zijn.
Op straat staat een gele Lamborguini geduldig te wachten op een knappe jonge man met modieuze oren die zijn glas whiskey uitdrinkt en zijn sigaar liefdevol in de asbak legt. De man wordt door iedereen zacht fluisterend “de Knobbel” genoemd omdat hij zeer getalenteerd is en een klein fraai knobbeltje op zijn hoofd heeft. Het is donker en de Knobbel heeft zin in een verzetje. Vanuit de verte komen zware drukgolven van een basgitaar aangerold. Met ferme tred stapt hij op zijn auto af. De deur gaat automatisch open en hij stapt in. De deur gaat dicht en de auto zoeft weg over de golven met zijn continu variabele transmissie systeem. Hier en daar staan enkele dames ademloos toe te kijken.
Ik gaf mijn mooie lieve vrouw een kus en ik reed weg. Het was donker en in het licht van mijn schijnwerpers verscheen opeens een muur. Een muur van geluid maar ook van steen. Ik had zin in een verzetje en gaf nog eens wat extra gas. De mensen op straat leken wel gek. Ze stonden te dansen met wijd open ogen en hun handen in de lucht. Het geluid werkte als een magneet op mijn wagen en ik hoopte maar dat mijn leesbril heel zou blijven. Uit voorzorg keek ik in de achteruitkijkspiegel . Er kunnen immers altijd achtervolgers zijn. Ik zag toen dat mijn hoofd een geel rond buisje was geworden met een nopje midden bovenop. Mijn hele auto was opeens bedekt met dezelfde gele nopjes. De ronde vormen waren rechthoekig geworden en ik had geen knieen meer. Daarna werd alles anders.
De knobbel rijdt altijd recht op zijn doel af en remt nooit. De golven van geluid spoelen over de Lamborguini heen en al snel komt een muur van geluid en steen in zicht. Zonder ook maar een moment te aarzelen verschuift hij de knobbel van zijn voorhoofd naar zijn kruin. De gevolgen zijn voor gewone mensen niet te bevatten. Zijn huid wordt geel en er verschijnen gele nopjes op de auto. Het zachte blik verandert in keihard plastic en met volle vaart verdwijnt de auto in de muur. In grote knipperende nonlichten wordt een concert aangekondigd van iemand met stervormige brilleglazen.
Na een verschrikkelijke grote klap waarbij alles zwart werd voor mijn ogen bleek dat ik nog steeds in leven was. Ik reed slingerend in een speelgoedachtig voertuig over een houten vlakte. Remmen ging niet. Zoals gewoonlijk probeerde ik weer de macht over het stuur te krijgen. In de verte zag ik een reusachtige keukenblok met een aanrecht dat minstens honderden meters hoog moest zijn. De auto maakte een scherpe bocht naar links en ik dacht even dat de auto zou gaan kantelen. De auto raakte in en slip en draaide om zijn as. Al draaiend zag ik het interieur van een huiskamer met meubels van honderden meters hoog en prachtige schilderijen aan de muur. Opeens begreep ik dat ik op een tafel reed en ik reed met volle vaart af op de tafelrand.
Op de tafel in de huiskamer van een rijtjeswoning rijdt de Knobbel in volle vaart op zijn doel af. Hij laat zich niet van de wijs brengen door de prachtige schilderijen, maakt een bocht van 180 graden en stuurt op de tafelrand af. De kamer is in daglicht gehuld en de lucht vibreert. In de verte prijkt een machtig wit bouwwerk met roze en geel gekleurde blokken. De knobbel bekijkt de multimediaboodschappen op zijn dashboard scherm en verstuurt de opdrachten en richtlijnen die de wereld nodig heeft. Daarna vliegt de auto van de tafel af. De brokjes plastic vliegen in het rond.
Zoals altijd vertrouwde ik op mijn onfeilbare intuitie. Ik liet de auto met een mooie boog door de lucht naar de grond toe vliegen. Terwijl ik mijn plastic ledematen al zag wegvliegen met de brokstukken van mijn auto trok ik snel de knobbel op mijn hoofd in de richting van mijn voorhoofd. Ik voelde dat ik ging groeien. De muziek was funky en het felle daglicht maakte plaats voor draaiend discolicht. Ik was weer mens! Dames boden mij een drankje aan en er werd gefluisterd dat de knobbel weer een party had gered.